CURRENT LOCALE nl-nl

  • Voor 20:00 besteld, morgen in huis
  • 30 dagen recht op retour
  • Veilig achteraf betalen
  • Gratis bezorging vanaf 79 euro
dak opmeten voor het plaatsen van de windveer 08 apr

Modulaire dakpanplaten leggen

Terug naar overzicht

Bent u van plan om zelf modulaire dakpanplaten te leggen op uw dakbeschot? Kijk dan niet verder! In deze blog met bijbehorende video vertellen we u namelijk stap voor stap hoe u zelf een kapschuur of tuinhuis voorziet van dakplaten met een panprofiel. We werken het geheel aan het eind mooi af met een nokvorst en een windveer.

Dampopen folie aanbrengen

Voordat u kunt beginnen met het leggen van de modulaire dakpanplaten is het van belang dat de dakconstructie gereed is gemaakt. Zorg altijd voorafgaand aan het leggen van dakbedekking dat het dak is voorzien van dampopen folie. Deze folie zorgt ervoor dat vocht en condens niet de kans krijgt om het dak in te trekken, maar juist wel uit de constructie kan ontsnappen. Heeft u dit nog niet gedaan? Lees dan eerst onze blog over dampopen folie aanbrengen om goed van start te gaan.

Wat heb ik nodig bij modulaire dakpanplaten leggen?

  1. Modulaire dakpanplaten
  2. Nokvorsten
  3. Windveren
  4. Tengels en panlatten
  5. Rolmaat
  6. Spaanplaatschroeven RVS A2 4 x 25 mm
  7. Spaanplaatschroeven RVS A2 4 x 40 mm
  8. Dakpanplaatschroeven 4,8 x 35 mm
  9. Dakpanplaatschroeven 4,8 x 20 mm
  10. Zelftappers RVS met boorpunt 3,5 x 19 mm
  11. Potlood
  12. Werkhandschoenen
  13. Ladder
  14. Bitset
  15. Boormachine
  16. Slijptol
  17. Een extra paar handen!

De meeste benodigdheden zijn onderaan deze blog te vinden en direct te bestellen.

Dakconstructie voorbereiden

Als u de dampopen folie op het dakbeschot heeft geplaatst is het belangrijk om de dakconstructie voor te bereiden waarop de dakpanplaten worden bevestigd. De meest gebruikte (en door ons aangeraden) is een constructie bestaande uit tengels en panlatten. Om erachter te komen hoeveel panlatten en tengels u nodig heeft voor het dak is het belangrijk om de afmetingen van het dak te weten. De tengels plaatst u als eerste verticaal op het dakbeschot, waarna u de panlatten hier bovenop horizontaal bevestigt.

Tip! Maak bij het plaatsen van de dakconstructie en dakpanplaten gebruik van werkhandschoenen. Door uitstekend hout aan tengels en panlatten kunt u splinters in uw handen krijgen. Hiernaast zijn de dakpanplaten erg scherp, waardoor deze in uw handen kunnen snijden. Werk hiernaast met minimaal twee personen en maak gebruik van een ladder.

Hoeveel tengels en panlatten heb ik nodig?

Aan de beide zijkanten van het dak dient u een tengel te bevestigen en hiertussen komt ongeveer om de 40 tot 50 centimeter een tengel. Als u de totale breedte van het dak weet dan kunt u berekenen hoeveel tengels u nodig heeft. Bovenop de tengels bevestigt u horizontaal de panlatten. Hoeveel panlatten heb ik nodig? Iedere rij pannen van de dakpanplaat dient ondersteuning te hebben van een panlat. Daarom is het van belang dat er ter hoogte van ieder dal van een rij pannen een panlat bevestigd wordt. De lengte van iedere dakpan is 35 centimeter, dus om de 35 centimeter plaatst u een panlat. Houd er rekening mee dat de eerste rij dakpannen zo’n 5 centimeter moet uitsteken, dus de lengte van de eerste panlat naar de tweede moet 30 centimeter zijn. Zo valt het regenwater mooi over de rand van het dak en wordt het dakbeschot niet alsnog nat. Plaats de eerste panlat hiervoor op het laagste punt van het dak.

Stap 1: Plaats de tengels op het dakbeschot

Zoals hierboven vermeld plaatst u als eerste de tengels op het dakbeschot en vervolgens de panlatten. Allereerst plaatsen we aan beide zijkanten een tengel en vervolgens werken we naar binnen. De tengels bevestigen we aan het dakbeschot met een spaanplaatschroef RVS A2 4 x 25 mm. Het kan handig zijn om alvast met een potlood een streep te zetten waar de tengels geplaatst moeten worden. Zo kunt u makkelijk en snel doorwerken.

Stap 2: Monteer de panlatten op de tengels

Tengels goed bevestigd? Dan is het nu tijd om hier de panlatten op de monteren. Monteer de panlatten zoals eerder vermeld in deze blog, 35 centimeter uit elkaar en houd de eerste tussenruimte op 30 centimeter. Zo zorgt u ervoor dat de eerste dakpanplaat over de rand van de overkapping valt. Net zoals bij het plaatsen van de tengels kan het handig zijn om alvast een streepje te zetten met een potlood waar de panlat moet komen te liggen. Het aan elkaar vastzetten van de panlatten en tengels doet u wanneer ze elkaar kruisen. Doe dit met een spaanplaatschroef RVS A2 4 x 40 mm, zodat u zeker weet dat de latten en tengels stevig aan elkaar vast zitten. Meet altijd eerst even de totale dikte van de tengel, panlat en het dakbeschot en kies op basis hiervan de juiste lengte van de schroef. Zo weet u zeker dat u niet door het dakbeschot heen gaat.

Stap 3: Begin met dakpanplaten leggen

We beginnen nu met het plaatsen van de dakpanplaten op de dakconstructie. Begin bij het plaatsen van de dakpanplaten altijd rechtsonder (vooraanzicht) en werk hierbij naar links zodat de linker plaat de rechter overlapt. Zoals eerder vermeld in deze blog bevestigen we de dakpanplaten in ieder dal van een rij dakpannen op een panlat. Dit doen we met een dakpanplaatschroef 4,8 x 35 mm.

Dakpanplaatschroeven zijn voorzien van een handige afdichtingsring, waardoor een waterdichte montage gegarandeerd is. Het vastzetten van de schroeven doen we met een accuboormachine met daarop een dopsleutel voor een zeskantkop in de juiste maat. Voor deze schroeven is dit een dopsleutel in de maat 8 mm. Houd bij het vastzetten met een accuboormachine wel altijd rekening met de kracht van de machine, zodat u de schroef niet te stevig vastzet. Geen accuboormachine bij de hand? Het vastschroeven kan ook met een ratel.

Stap 4: Plaats de tweede rij dakpanplaten

Als de eerste rij dakpanplaten eenmaal goed en stevig bevestigd zit op de dakconstructie dan kunt u verder met het plaatsen van de tweede rij. Dit moet op dezelfde manier als bij de eerste rij. Begin dus weer aan de rechterkant en werk naar links toe, waarbij de linker plaat bovenop de groef van de rechterplaat ligt. Iedere rij dakpannen bevestigt u in het dal weer op een panlat met een dakpanplaatschroef 4,8 x 35 mm. Naast het bevestigen van de dakpanplaten aan de panlatten moeten de dakpanplaten ook aan elkaar bevestigd worden. Dit doet u met een dakpanplaatschroef 4,8 x 20 mm. Iedere dakpanplaat is aan de onderkant in de groef (bij de overlap) voorzien van een montagegat. Bevestig de platen aan elkaar door de schroef in het gat te draaien.

Vanaf de tweede rij dakpanplaten hoeft u niet meer in iedere pan een schroef te zetten net als bij de eerste rij dakpanplaten. U kunt daarom vanaf de tweede rij iedere keer één pan overslaan bij het bevestigen van de dakpanplaatschroeven. Bevestig de eerste schroef in de rij altijd diagonaal op de schroeven van de rij eronder zoals te zien op onderstaande foto.

Stap 5: Kort de bovenste dakpanplaat in

Zoals in onze video is te zien komen we niet helemaal uit aan de bovenkant van het dak waardoor we een dakpanplaat in moeten korten. Gebruik een rolmaat om op te meten hoeveel lengte dakpanplaat u nog nodig heeft om het geheel te bedekken. Teken deze lengte vervolgens af op de dakpanplaat om te weten waar u moet beginnen met inkorten. Het inkorten van de dakpanplaat doen we met een slijptol en hiervoor gebruiken we een slijpschijf voor staal en RVS.

Safety first! Voordat u aan de slag gaat met het inkorten van de dakpanplaat is het belangrijk om de juiste veiligheidsmaatregelen te nemen. Maak bij het werken met een slijptol altijd gebruik van een veiligheidsbril, handschoenen en gehoorbescherming. Hierna kunt u beginnen met het inkorten van de dakpanplaat. Als bovenste rij is ingekort kunt u deze op dezelfde manier bevestigen als de vorige rijen dakpanplaten. Hiernaast zetten we de bovenste rij dakpanplaten in de bovenkant van de ingekorte plaat nog vast met een zelftapper. Dit doen we niet met een dakpanplaatschroef, aangezien deze te veel uitsteekt voor het plaatsen van de nokvorst.

Stap 6: De nokvorst vastzetten

Met alleen dakpanplaten is het dak uiteraard niet af. Een dak is pas af als er uiteindelijk ook nokvorsten en windveren op geplaatst zijn. Het vastzetten van de nokvorst doen we met de dakpanplaatschroeven 4,8 x 35 mm. We raden hierbij aan om elke 50 cm een schroef te plaatsen aan beide kanten van de nokvorst. Zo verbindt u de nokvorst en dakpanplaten aan beide zijden stevig aan elkaar. Bij het monteren van de tweede nokvorst op de eerste dient u rekening te houden met een overlap van ongeveer 5 tot 10 centimeter. Komt u niet uit met de nokvorst? Kort deze dan in op dezelfde manier als besproken bij stap 5.

Stap 7: De windveren plaatsen

Nadat de nokvorst is vastgezet gaan we verder met het plaatsen van de windveren aan de zijkant van het dak. De windveer zorgt net als de nokvorst voor een regen- en waterdichte constructie en tevens voor een prachtige afwerking van het dak. Meet eerst de lengte van de zijkant van het dak op om te weten hoeveel lengte aan windveren u in totaal nodig heeft, houd hierbij rekening met een overlap van zo'n 10 centimeter. Komt u niet uit? Kort de windveer dan in op dezelfde manier als besproken bij stap 5. Bij het plaatsen van de windveren beginnen we onderaan het dak om te zorgen voor een juiste afwatering. Hierna zet u de windveer vast aan de zijkant en de bovenkant van de nokvorst met dakpanplaatschroeven 4,8 x 35 mm. Plaats om de 50 centimeter een schroef aan beide kanten van de windveer.

Niets vergeten? Neem voor de zekerheid het lijstje met benodigdheden nog eens door en bekijk de video om zo goed mogelijk voorbereid te zijn!
 

Producten die passen bij deze blog: